Vijgenbomen
Ficus Carica
De vijgenbomen komen oorspronkelijk uit Westelijk Azië. deze wordt daar al eeuwen gekweekt. Door de milde winters in Nederland en België kan de boom ook hier goed aarden. Zijn lengte is maximaal 10 meter. De bast heeft een lichtgrijze kleur en is glad. De bladeren zijn dik, leerachtig en hebben een hart vorm. De bovenzijde van het blad is donkergroen en ruwbehaard; de onderzijde is eveneens behaard en heeft witte nerven.
Driemaal per jaar kan een wilde vijg vruchten produceren. Hier in Europa is dit niet vaak het geval. De vijg die wij kennen is een gecultiveerde soort. De bloesem van de vijg lijkt op een harde groene noot. Aan de binnenkant van “de noot” zitten de bloemen. De mannelijke bloemen zitten aan de bovenkant van “de noot” en de vrouwelijke bloemen zitten beneden. Aan de bovenkant zit een opening die groot genoeg is voor een insect. De insect zorgt voor de bevruchting. Daarna worden de zaden geproduceerd. Daarna gaat de vijg rijpen, zoet ruiken en wordt zacht. De kleur verandert ook in deze periode. De binnenkant van de vijg heeft soms een groene of een rode kleur. Verder zitten er veel zaadjes in de vrucht. Het beste is om de vrucht wanneer deze rijp is direct te eten.